Voor de vijfde keer hebben we Mevrouw van Maris mogen verhuizen. We hebben niet alleen, een mooie taart gekregen, maar we hebben ook nog een bijzonder gedicht ontvangen.
Ze kwamen met z’n vieren
Er was geen houwen aan
Zodra ze binnen waren
Was’t met mijn huis gedaan
De dozen gingen open
Het plakband kwam erbij
En na een dagje slopen
Was’t huis niet meer van mij…
Het bed verdween geruisloos
De kast kwam naar benee
Het liftje raasde op en neer
Nam al mijn spullen mee…
Van onder en van boven
Van achter en van voor
Dozen dozen..bij dozijnen…
Ze denderden maar door
Wie ooit zich heeft verdiept
In’t leven van de mier,
Die agressieve rooie,
Die zag de gelijkenis hier!
Hoewel slechts met z’n vieren
Leek het een peloton
Dat in een razend tempo
Een huis verslinden kon
Vergeefs was iedere poging
En redding kwam te laat
Voor je’t goed en wel besefte
Stond je boeltje al op straat
Maar in de nieuwe stulp, aan’t einde van de dag
Het leek wel op een wonder want als bij toverslag…
Daar waren de rode mieren weer aan’t sjouwen
En vond ik mijn hele hebben en houwen
Netjes, efficiënt en vlug
Alles, alles weer terug!
Als dank deze taart met een “5”erop
Jullie hulp was in één woord “top”
Vijf keer verhuizen , ver weg en dichtbij,
Jullie stonden me altijd bij.
OK, één foutje, mijn Tomtom vond ik terug
In de badkamerkast, dat vergeet ik maar vlug
Ik woon in het huis, waar ik naar heb verlangd
En sluit af met de woorden: ”De Gruijter, bedankt!”
Carla van Maris